Veel Azië-groentjes beginnen hun backpack avontuur in Thailand, net als Marleen. Toen ze het vliegtuig uitstapte wist ze niet veel meer dan dat ze haar reis begon in Bangkok en dat ze 23 dagen had om op het vliegveld van Krabi te belanden. De planning stond dus volledig open. De eerste dagen heeft ze daarom de tijd genomen om een globale route uit te stippelen. Ja globaal was die zeker, want ze heeft de route nog wel twintig keer veranderd. Het fijne van Thailand is dat dit gewoon kan. Het reizen is heel makkelijk omdat het vervoer vaak last-minute kan worden geregeld. Benieuwd naar haar rondreis? Lees het hier wat gastblogger Marleen ervan vond!

Bangkok

Bangkok is dé stad waar backpackers hun reis door Thailand starten. Het begin van mijn reis verliep niet vlekkeloos. Eén dag voordat ik vertrok in Nederland kreeg ik te maken met buikgriep. Na 13 uur vliegen, een jetlag en buikgriep moest ik eerst 2 dagen aan sterken. Dag 3 kon ik dan eindelijk echt op pad. Toeristische hoogtepunten die je niet mag missen zijn: verschillende tempels, het Grand Palace en Khao San Road. Khao San Road is de meest bekende straat van de stad. In de avond komt deze straat pas echt tot leven. Men kan hier kleding kopen, een hapje eten bij een van de restaurantjes of streetfood tentjes en feesten tot in de late uurtjes.

Chiang Mai

Vanuit Bangkok ben in naar het noorden van Thailand gereisd. De nachttrein bracht mij binnen 14 uur in de stad Chiang Mai. Het noorden is in tegenstelling tot de hoofdstad een stuk rustiger. Geen wegen vol met verkeer en geen opdringerige verkopers, heerlijk! In Chiang Mai heb ik wederom wat tempels bezocht. Op zondagavond is de wekelijkse avondmarkt. Het centrum is dan afgeladen met eet- en souvenirs kraampjes, wat zorgt voor een gezellige sfeer.

Een populaire activiteit in de omgeving van Chiang Mai is het bezoeken van een olifanten reservaat. Iets wat ook hoog op mijn lijstje stond. De trip die ik had geboekt bestond uit het voeden van en baden met olifanten. Heel gaaf om te doen!

Pai

Met een minivan vervolgde ik mijn reis naar Pai. Van te voren heb ik meerdere horrorverhalen gehoord over de trip ernaartoe. De weg naar Pai heeft namelijk 762 (!!) bochten en is dus niet echt geschikt voor mensen met wagenziekte. Met 14 personen, letterlijk opgepropt in het busje, kwamen wij na een wilde rit van ongeveer 3 uur aan. Het is een wonder dat niemand heeft overgegeven met het verschrikkelijke rijgedrag van de chauffeur. Pai is typisch een hippie stadje, de sfeer die hier hangt is heel relaxt. Het is leuk om de omgeving te verkennen met een scooter. Ik heb zelf op deze manier verschillende grotten, kloven en watervallen bezocht.

Terug naar Chiang Mai

Wanneer je vanuit Pai weer terug wil richting het zuiden is Chiang Mai niet te vermijden. Deze keer besloot ik de rit te maken met de scooter i.p.v. met de minivan. Ik ben een scooterfanaat dus ik hou er wel van om een stuk te rijden. Wel moet ik zeggen dat het een lange en vermoeiende rit was. Een tip, het is al vroeg donker in Thailand dus vertrek niet te laat. Ik vertrok pas om 17:30 waardoor ik grotendeels in het donker door de bergen heb gereden. Het is prima gegaan, maar het is zeker niet aan te raden!

Terug naar Bangkok

Graag wilde ik terugkeren in Bangkok om een Co van Kessel fietstour door de stad te doen. Een flinke tour van 9 uur, waarbij je naast fietsen, ook met de trein en boot zou gaan. Echt een aanrader als je het “echte” Bangkok wil ontdekken. Vanuit Bangkok stond een vlucht naar Krabi op de planning. Op naar de stranden!

Krabi

Noord-Thailand is mooi, maar de stranden en rotsen van Krabi zijn toch ook heel gaaf. De eerste dag in deze provincie verbleef in ik Krabi-Town. De streetfood nachtmarkt van deze stad is het hoogtepunt. Omdat er niet veel te beleven is ben ik verder gereisd naar Ao-Nang. Dit is een toeristisch plaatsje met vele winkeltjes, een strand met een mooie zonsondergang en een goed bezochte streetfood nachtmarkt. Vanuit Ao-Nang heb je de mogelijkheid om andere eilandjes en stranden in de omgeving te bezoeken. Met de boot ben ik voor een middag naar Railey Beach gegaan. Dit was oprecht een van de mooiste stranden die ik heb gezien in Thailand! 

Koh Phi Phi

Vanuit Ao-Nang heb ik een boottrip geboekt naar het eiland Koh Phi Phi. Wanneer je tegen de locals zegt dat je naar Phi Phi gaat, zeggen zij meestal: “Oh party party!” En dat klopt, Koh Phi Phi is een echt feesteiland. Het toeristische gehalte ligt hier ook zeer hoog. Het eiland is bezaaid met restaurantjes, kroegen, (reis)winkeltjes en irritante bewoners die je tripjes proberen te verkopen. Voor een feestje aan het strand moet je hier zijn. Naast het vele relaxen en feesten heb ik een “Snorkeling & Sunset tour” gedaan. Hierbij bezoek je verschillende eilanden en heb je tussendoor de mogelijkheid om te snorkelen. Tot slot is de zonsondergang bekijken vanaf het viewpoint iets wat je niet mag missen.

Phuket

Nadat ik wat langer (4 dagen) op Koh Phi Phi ben geweest, was het tijd om door te reizen naar Phuket. Een echte “tussenstop bestemming”, waar ik niet langer dan één dag zou doorbrengen. Uiteindelijk maar goed want Phuket kwam bij mij over als Bangkok 2.0. Na 4 dagen Koh Phi Phi, was ik wel een beetje klaar met al die drukte. De volgende dag heb ik de bus genomen naar Khao Sok.

Khao Sok National Park

Heb je wel eens zo’n moment gehad dat je niet uitgekeken raakt op een omgeving omdat het zo mooi is? Dat heb ik gehad bij mijn bezoek aan Khao Sok National Park. De omgeving van het park bestond uit prachtige rotsen en bergen die opdoemden uit het azuurblauwe water. De trip die ik koos bestond uit twee dagen. Het programma bestond uit trektochten door de jungle, bezoeken van grotten en de zoektocht naar wildleven. Helaas hebben we op een aantal spinnen, apen en vleermuizen niet veel gevonden. Het slapen in kleine schattige bungalowtjes die dobberden op het water, maakten de beleving compleet. Deze trip was dan ook zeker één van de hoogtepunten uit mijn tijd in Thailand.

Terug naar Krabi

Dag 22, de laatste dag in Thailand. De volgende dag zou ik vliegen vanaf Krabi, dus om wat stress te voorkomen heb ik nog een dag in Krabi-Town gespendeerd. Deze dag heb ik besteed aan het bezoeken van de Tiger Cave Temple. Deze bezoek je niet zomaar, je moet eerst 1237 treden beklimmen (maar dan ook echt beklimmen). Een flinke work-out in de hitte, maar zeker de moeite als je het uitzicht ziet.

Hopelijk hebben jullie iets aan mijn route door Thailand!

Liefs,
Marleen